Meestal gebruiken we poedercoaten om metaal te coaten. Bij dit proces kies je uit een waaier aan afwerkingsmogelijkheden op vlak van kleur, structuureffect en glansniveau.
Aan het begin van het proces brengen we in specifieke gevallen eerst een conversielaag aan om corrosieweerstand te garanderen. Dat is niet altijd nodig omdat er vaak al een corrosiewerende laag is door de voorafgaande elektrocoatbehandeling (KTL). Vervolgens brengen we met automatische poederpistolen het poeder elektrostatisch aan op de onderdelen. Die methode heeft als voordeel dat 70% tot 80% van hetgeen we verlakken daadwerkelijk op de onderdelen terechtkomt. Na het inbakproces vormt de poeder een laklaag. Dat is de uiteindelijke coating van het metalen onderdeel. De aangebrachte laag kan als grondlaag of als eindafwerking dienen.
De gebruikte poeders zijn gebaseerd op epoxy-, polyester- of acrylaattechnologie. Epoxy en polyester zijn veel gebruikte poeders die we vaak toepassen op onderdelen die niet zichtbaar zijn, zoals bijvoorbeeld chassisdelen van vrachtwagens. Dergelijke poedercoatings bieden een hoge bescherming en brengen we aan op onderdelen waaraan hoge fysische eigenschappen moeten voldoen. Epoxy gebruiken we steeds als grondlaag voor verdere verwerking met natlakken.
Polyester ligt bij Alro Group aan de basis van de meeste afwerkingslagen, met uitzondering van specifieke delen waar een hoge diepteglans en krasvastheid nodig is. In dat geval werken we met acrylaatpoeder waaraan we hoge visuele eisen koppelen. Acrylaatpoeder gebruiken we voornamelijk om aan de buitenzijde van het voertuig de metalen raamprofielen van een ‘piano-zwarte’ hoogglans te voorzien.
Nadat de poederlaag is ingebakken in de oven, nemen we de producten van het transportsysteem af. Ook bij poedercoaten is de laatste stap de kwaliteitscontrole en het verpakken van de onderdelen.